Nederlands

 
1. Pleziervaartuigen liggen afgemeerd achter een kleine havendam op Terschelling.
Uitspraak
Woordafbreking
  • ha·ven·dam
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord havendam havendammen
verkleinwoord havendammetje havendammetjes

Zelfstandig naamwoord

de havendamm

  1. (waterbeheer) waterkering aangelegd in een groot water, bestemd om schepen een beschutte plek te bieden
    • Golven slaan op de havendam van de Franse kustplaats Boulogne-sur-mer. [2]
    • Aan de rivierzijde ligt een voorhaventje dat wordt afgesloten met een havendam. [3]
Synoniemen
Hyponiemen
Meroniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen