Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hart·aan·doe·ning
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hartaandoening hartaandoeningen
verkleinwoord hartaandoeninkje hartaandoeninkjes

Zelfstandig naamwoord

de hartaandoeningv

  1. aandoening aan het hart
    • De autopsie wees uit dat de man aan een hartaandoening overleden was. 
Synoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid