Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • han·dels·me·tro·pool
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord handelsmetropool handelsmetropolen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de handelsmetropoolv / m

  1. stad die een hoofdrol in de wereldhandel speelt
     Dit uit twee boeken bestaande tweede deel beslaat de dynamische periode van Amsterdams ontwikkeling tot de grootste handelsmetropool van Europa tot en met de gestage economische neergang in de achttiende eeuw.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Op komst” (10 september 2004) op nrc.nl