Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hand·aan·drij·ving
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord handaandrijving handaandrijvingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de handaandrijvingv

  1. aandrijving zonder andere hulpmiddelen dan de menselijke kracht

Gangbaarheid