Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·drij·ving
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aandrijving aandrijvingen
verkleinwoord aandrijvinkje aandrijvinkjes

Zelfstandig naamwoord

de aandrijvingv

  1. (werktuigbouwkunde) een voortstuwende kracht waarmee toestellen in beweging worden gebracht en gehouden
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be