Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ha·la·li·se·ren
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

halaliseren

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
halaliseren
halaliseerde
gehalaliseerd
zwak -d volledig
  1. iets zodanig aanpassen dat het in overeenstemming is met de voorschriften van de islam

Gangbaarheid

Meer informatie