Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hac·ker·aan·val
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hackeraanval hackeraanvallen
verkleinwoord hackeraanvalletje hackeraanvalletjes

Zelfstandig naamwoord

de hackeraanvalm

  1. poging om de werking van een computersysteem of de bescherming van gegevens daarin aan te tasten door personen die niet bevoegd zijn er gebruik van te maken

Gangbaarheid