Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gum·mi-jas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gummi-jas gummi-jassen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de gummi-jasv / m

  1. (kleding) kledingstuk dat minstens de armen en de romp bedekt, over andere kleding wordt gedragen en die door een rubberen laagje beschermt tegen nattigheid van buiten
     Hoeveel waterdamp onze huid wel afgeeft, kan men gemakkelijk bemerken, als men enige tijd een (niet-poreuze) gummi-jas heeft gedragen. De binnenkant wordt nat, iets wat bij meer poreuze kleding niet gebeurt.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Medicus
    De huid. Een ideale verpakking. in: Beatrijs  , jrg. 13 nr. 39 (24 september 1955), Spaarnestad, Haarlem, p. 1413 kol. 2