Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • guds·for·gå·en
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van het Noorse zelfstandige naamwoord gud en het Noorse werkwoord forgå met het invoegsel -s-, met het voorvoegsel for- en met het achtervoegsel -en
Naar frequentie zeldzaam
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud gudsforgåen gudsforgåenere gudsforgåenest
o enkelvoud gudsforgåent
meervoud gudsforgåene
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
gudsforgåene gudsforgåenere gudsforgåeneste

Bijvoeglijk naamwoord

gudsforgåen

  1. immoreel, goddeloos, gewetenloos
Synoniemen
Verwante begrippen

Verwijzingen

  1. Taalhervorming 2005 (geldig vanaf 1 jul 2005):
    Rettskrivningsendringer fra 1. juli 2005 (in het Noors)
    1.2.3 Adjektiv
    Adjektiv med utgang på -en etter vokal
    (geraadpleegd 2016-07-28)