Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gru·we·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen gruwelijk gruwelijker gruwelijkst
verbogen gruwelijke gruwelijkere gruwelijkste
partitief gruwelijks gruwelijkers -

Bijvoeglijk naamwoord

gruwelijk

  1. afschuw opwekkend
    • In die kampen gebeurden er de gruwelijkste dingen. 
     Was Harald ronduit slecht, een duivel in mensengedaante die je zijn eigen ondergang tegemoet moest laten gaan? Een gruwelijke gedachte, maar als je je gedachten de vrije loop liet kon er van alles bovenkomen.[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044625691
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be