groene vingers
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- groe·ne vin·gers
Woordherkomst en -opbouw
vaste verbinding van groene (bijvoeglijk naamwoord) en vingers (zelfstandig naamwoord)
Zelfstandig naamwoord
de groene vingers mv
- deskundigheid in tuinieren en de verzorging van planten in het algemeen
- ▸ Soms denk ik aan andere vingers, lange vingers, die heerlijke koekjes, of aan de buurvrouw, die geen groene vingers heeft — te oordelen naar de onkruid die haar tuin overwoekert.[1]
- ▸ Ik had geen idee waarom ze ineens groene vingers wilde kweken. In mijn herinnering spendeerde ma noch pa tijd aan de tuin, en binnen werden de planten verzorgd door de werkster.[2]
- ▸ We zitten in het licht van de ondergaande zon onder de — ik kijk omhoog — tja, wat zijn dit eigenlijk voor bomen? In tegenstelling tot mijn moeder heb ik niet van die groene vingers.[3]
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “De dag van de nieuwe haring” (2011), Prometheus, ISBN 9789044618952, p. 41
- ↑ Weblink bron “Als de dood” (2011), Karakter, ISBN 9789045203713, p. 195
- ↑ Weblink bron “Volgende keer bij ons” (2012), A.W. Bruna , ISBN 9789044968958, p. 100