Groene dijk Harlingen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • groe·ne dijk
Woordherkomst en -opbouw

vaste verbinding van groene (bijvoeglijk naamwoord) en dijk (zelfstandig naamwoord)

enkelvoud meervoud
naamwoord groene dijk groene dijken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de groene dijkm

  1. (waterbeheer) dijk alleen bekleed met gras, zonder harde bekleding
     Aanpassing van een stenen beklede dijk tot een klei- of groene dijk maakt het dan ook noodzakelijk de teen van de dijk op te schuiven in de richting van het water[1]
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Ben Janen
    Provincie beoordeelt per plaats keus voor aanleg groene dijk (9 september 2000) in: Provinciale Zeeuwse Courant  , blz. 17 kol. 7