Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gras·ach·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen grasachtig grasachtiger grasachtigst
verbogen grasachtige grasachtigere grasachtigste
partitief grasachtigs grasachtigers -

Bijvoeglijk naamwoord

grasachtig

  1. gelijkend op, of eigenschappen hebbend van gras
    • Vanuit onw hotel keken we uit on de oneindige grasachtige vlaktes van de savanne. 
Synoniemen

Meer informatie

Gangbaarheid