Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·voe·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
gevoelen
gevoelde
gevoeld
zwak -d volledig

Werkwoord

gevoelen overgankelijk [2]

  1. met het (innerlijk) gevoelszintuig gewaarworden
  2. een indruk van iets hebben
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord gevoelen gevoelens
verkleinwoord gevoelentje gevoelentjes

Zelfstandig naamwoord

het gevoeleno

  1. (formeel) oordeel, mening [3]
Vertalingen

Gangbaarheid

79 % van de Nederlanders;
79 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen