geslachtelijk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·slach·te·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | geslachtelijk | geslachtelijker | geslachtelijkst |
verbogen | geslachtelijke | geslachtelijkere | geslachtelijkste |
partitief | geslachtelijks | geslachtelijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
geslachtelijk [1]
- (biologie) seksueel
- betrekking hebbend op het (grammaticaal) geslacht, (genus)
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord geslachtelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.