gesel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gesel (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣesəl / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈχe.səɫ/, /ˈχe.sɔɫ/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈɣeː.zəl/
Woordafbreking
- ge·sel
Woordherkomst en -opbouw
- van Middelnederlands gesele / ghesele, in de betekenis van ‘strafwerktuig’ aangetroffen vanaf 1240 [1] [2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gesel | gesels geselen |
verkleinwoord | geseltje | geseltjes |
Zelfstandig naamwoord
de gesel m
- werktuig van touwen of riempjes met knopen of stukjes metaal, waarmee men ter bestraffing op iemands lichaam slaat
- De uitgeputte dwangarbeider kreeg er van langs met een gesel.
- ▸ De clip begint dreigend met een witte slavenhouder die met een gesel in de hand op een vastgebonden Typhoon afstapt.[4]
- (figuurlijk) oorzaak van toegebracht leed
- De snelle spits was de gesel van de potige verdedigers.
- ▸ Dick Advocaat is opgestapt als bondscoach van het Nederlands voetbalelftal. Verbitterd door de gesel der kritiek.[5]
Hyponiemen
- [2] kwelgeest
Typische woordcombinaties
- [2] gesel van de
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- [2] gesel Godswrede maar succesvolle vijand, opgevat als een straf voor eigen zonden in het verleden
Vertalingen
1. werktuig van touwen of riempjes met knopen of stukjes metaal, waarmee men ter bestraffing op iemands lichaam slaat
Werkwoord
vervoeging van |
---|
geselen |
gesel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van geselen
- Ik gesel.
- gebiedende wijs van geselen
- Gesel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van geselen
- Gesel je?
Gangbaarheid
- Het woord gesel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gesel" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[6] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ gesel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "gesel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Casper van der Veen“Typhoon speelt slaaf in zijn nieuwste clip” (15 maart 2016) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Erik Oudshoorn“Ten onder aan bijtende kritieken” (7 juli 2004) op nrc.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be