geloofsverzaking
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·loofs·ver·za·king
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geloofsverzaking | geloofsverzakingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de geloofsverzaking v
- (religie) het niet meer kunnen geloven in een bepaalde godsdienst; het verloochenen van een bepaalde religie
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'geloofsverzaking' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.