Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·loofs·ver·za·king
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geloofsverzaking geloofsverzakingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de geloofsverzakingv

  1. (religie) het niet meer kunnen geloven in een bepaalde godsdienst; het verloochenen van een bepaalde religie
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen