gelegenheidsdicht
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·le·gen·heids·dicht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gelegenheid en dicht met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gelegenheidsdicht | gelegenheidsdichten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het gelegenheidsdicht o
- (dichtkunst) gedicht vervaardigd voor een bepaalde gelegenheid
Gangbaarheid
- Het woord 'gelegenheidsdicht' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.