gelegenheidsbezoeken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·le·gen·heids·be·zoe·ken
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de gelegenheidsbezoekenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord gelegenheidsbezoek
     Twee gelegenheidsbezoeken in Parijs bezegelen Todds intrede in de Nizan-clan.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Godeke Donner
    “Een asymmetrische verhouding.” (29 augustus 1981) op nrc.nl