gebruikersinterface

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·brui·kers·in·ter·face
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gebruikersinterface gebruikersinterfaces
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de gebruikersinterfacem

  1. (informatica) het interface tussen een informatiesysteem en de gebruiker
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid