gebruiker
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gebruiker (hulp, bestand)
- IPA: / ɣeˈbrœykər / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /χə'brœʏkər/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ɣə'brœːkər/
Woordafbreking
- ge·brui·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gebruiker | gebruikers |
verkleinwoord | gebruikertje | gebruikertjes |
Zelfstandig naamwoord
de gebruiker m
- iemand die iets gebruikt
- Hij is de gebruiker van dat voorwerp.
- ▸ Gebruikers van deze app lieten opmerkingen achter om kwaliteit en kwantiteit van het water aan te geven, voorzien van een datum, waaruit op te maken was of een bron wel of niet was opgedroogd.[1]
- (wikitaal) iemand die zich geregistreerd heeft en met enige regelmaat bijdragen levert aan een wiki
- Deze gebruiker is geblokkeerd.
Verwante begrippen
- mannelijke vorm van gebruikster
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
- Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.
1. iemand die iets gebruikt
Vertalingen
2. iemand die zich geregistreerd heeft en met enige regelmaat bijdragen levert aan één van de wikiprojecten
Gangbaarheid
- Het woord gebruiker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gebruiker" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be