gammel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- gam·mel
Woordherkomst en -opbouw
- Herkomst onzeker. In het Deens betekent gammel "oud, van lang geleden". De relatie tussen Nederland en Denemarken zou er toe hebben kunnen geleid dat het woord "gammel" vanuit Denemarken hier terecht is gekomen in de betekenis van oud en vervallen. Het is ook mogelijk dat het Nederlandse en Deense "gammel" beide komen van hetzelfde Oergermaanse woord. In de betekenis van ‘wrak, vervallen’ voor het eerst aangetroffen in 1445 [1][2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gammel | gammeler | gammelst |
verbogen | gammele | gammelere | gammelste |
partitief | gammels | gammelers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
gammel
- niet stevig meer, vervallen
- Pas op met die gammele oude stoel, straks zak je erdoor!
Synoniemen
Vertalingen
1. niet stevig meer, vervallen
Gangbaarheid
- Het woord gammel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gammel" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ gammel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "gammel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Deens
Uitspraak
Woordafbreking
- gam·mel
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudnoorse woord gamall.
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
g enkelvoud | gammel | ældre | ældst |
o enkelvoud | gammelt | |||
meervoud | gamle | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
gamle | ældre | ældste |
Bijvoeglijk naamwoord
gammel
Verwijzingen
- gammel in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- gam·mel
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudnoorse woord gamall.
Naar frequentie | 382 |
---|
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | gammel | eldre | eldst |
o enkelvoud | gammelt | |||
meervoud | gamle | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
gamle | eldre | eldste |
Bijvoeglijk naamwoord
gammel