fruitig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- frui·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | fruitig | fruitiger | fruitigst |
verbogen | fruitige | fruitigere | fruitigste |
partitief | fruitigs | fruitigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
fruitig
- met de smaak van vruchten
- Wij dronken een fris en fruitig wijntje.
- van een meisje dat ze heel leuk en vrolijk is
- Het frisse en fruitige meisje moest veel lachen.
Gangbaarheid
- Het woord fruitig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fruitig" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be