foutenfestival
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fou·ten·fes·ti·val
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | foutenfestival | foutenfestivals |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het foutenfestival o
- (eufemisme) een opeenstapeling van een enorm grote hoeveelheid fouten, blunders en missers
- ▸ Kiki Bertens is er niet in geslaagd de tweede ronde van het WTA-toernooi van Dubai te bereiken. Na ruim tweeënhalf uur zwoegen boog ze in een foutenfestival voor Christina McHale: 6-7 (5), 6-3, 6-4.[1]
- ▸ De mondiale nummer 195 maakte er met Hibino (WTA-106) een waar foutenfestival van, met in totaal twaalf breaks. De Japanse was daarbij op de belangrijke punten, vooral vanaf de baseline, net ietsje standvastiger.[2]
Gangbaarheid
- Het woord foutenfestival staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron NOS Sport“Frustraties Bertens lopen hoog op na nieuwe nederlaag” (Maandag 20 februari 2017, 18:20), NOS
- ↑ Weblink bron NOS Sport“Opmars Kerkhove gestuit in Kuala Lumpur” (Vrijdag 3 maart 2017, 17:25), NOS