Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • fo·rro
enkelvoud meervoud
forro forros

Zelfstandig naamwoord

forro m

  1. voering
  2. stofomslag
  3. (heraldiek) pelswerk
  4. (spreektaal) (Argentinië, Chili) kapotje, condoom

Werkwoord

vervoeging van
forrar

forro

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van forrar


Verwijzingen