fijnspar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fijn·spar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fijnspar | fijnsparren |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de fijnspar m
- (coniferen) bepaald soort naaldboom die men vaak gebruikt als kerstboom, Picea abies
- Het ligt redelijk voor de hand voor mensen met een open haard: zaag de kerstboom in stukken en stook een lekker vuurtje. Toch wordt dit sterk afgeraden. De traditionele kerstboom is een fijnspar, een boom die niet geschikt is als brandhout voor een open haard. Verbranding van een fijnspar zorgt namelijk voor te veel afzetting van teer in het rookkanaal. Gevaarlijk want die teeraanslag kan uiteindelijk een schoorsteenbrand veroorzaken. Kortom: niet doen dus. [2]
- Inmiddels wordt duidelijk dat de droogte van 2018 grote gevolgen heeft voor de fijnspar in Gelderland. Bijna de hele populatie van deze karakteristieke, hoge naaldboom heeft het loodje gelegd of is op sterven na dood. [3]
Synoniemen
Vertalingen
1. bepaald soort naaldboom die men vaak gebruikt als kerstboom, Picea abies
Gangbaarheid
- Het woord fijnspar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fijnspar" herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
63 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia Jadrike Boels 02-01-19 5 tips: wat te doen met je kerstboom (en wat vooral niet)?
- ↑ Tubantia Menno Pols 21-02-19 De boeren gaan straks zaaien, maar grond in Achterhoek is nog steeds veel te droog
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be