• fiets mee
vervoeging van
meefietsen

fiets mee

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meefietsen
    • Ik fiets mee. 
  2. gebiedende wijs van meefietsen
    • Fiets mee! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meefietsen
    • Fiets je mee?