faro
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fa·ro
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | faro | faro's |
verkleinwoord | farootje | farootjes |
Zelfstandig naamwoord
- (drinken) zwaar Belgisch bier met een zoetige smaak
Gangbaarheid
- Het woord faro staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "faro" herkend door:
48 % | van de Nederlanders; |
55 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "faro" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ faro op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Spaans
enkelvoud | meervoud |
---|---|
faro | faros |
Zelfstandig naamwoord
faro m
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /farɔ/
Zelfstandig naamwoord
faro