Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /ɛgzɪstɛntʃɲiː/
Woordafbreking
  • exi·s·ten·ční
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het zelfstandig naamwoord existence met het achtervoegsel -ční

Bijvoeglijk naamwoord

existenční

  1. existentieel, existentie-; met betrekking tot existentie
Verbuiging


Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
Verwante begrippen

Verwijzingen