evoqueren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- evo·que·ren
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Frans [1]
Werkwoord
evoqueren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
evoqueren |
evoqueerde |
geëvoqueerd |
zwak -d | volledig |
- voor de geest roepen
- t Is vooral de picturale impressie die het gedicht van René De Clerq de toondichter gaf, die hij in muzikale klankstemmingen omgezet heeft. Men voelt dat hij evoqueren wil. Zijn kompositie is goed gebouwd, zonder persoonlikheid altans. De traditie der avondliederen wordt trouw in ere gehouden. [2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord evoqueren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "evoqueren" herkend door:
49 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ evoqueren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ (1925)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De Jos. de Klerk: ‘Avondlied’, voor vierstemmig gemengd koor. (Uitgave De Vlaamsche Muziekhandel.)
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be