esperantologisch
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- es·pe·ran·to·lo·gisch
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van esperantologie met het achtervoegsel -isch.
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | esperantologisch | esperantologischer | |
verbogen | esperantologische | esperantologischere | |
partitief | esperantologisch | esperantologischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
esperantologisch
- met betrekking tot de esperantologie
Verwante begrippen
Vertalingen
1. met betrekking tot de esperantologie
Gangbaarheid
- Het woord 'esperantologisch' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.