Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • en·tre·de·cir
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
entredecir
entredecía
entredicho
volledig

Werkwoord

entredecir

  1. overgankelijk verbieden
  2. suspenderen, schorsen
  3. (religie) een kerkelijk verbod instellen

Verwijzingen