Nederlands

Uitspraak
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
suspenderen
suspendeerde
gesuspendeerd
zwak -d volledig
Woordafbreking
  • sus·pen·de·ren
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

suspenderen

  1. overgankelijk (scheikunde) een fijne verdeling van de ene fase in de andere maken
    • Het is mogelijk colloïdaal goud stabiel in water te suspenderen indien de nanopartikeltjes met een geschikt schutcolloïed afgedekt worden. 
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen