elektroshock
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- elek·tro·shock
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | elektroshock | elektroshocks |
verkleinwoord | elektroshockje | elektroshockjes |
Zelfstandig naamwoord
de elektroshock m
- (medisch) door een elektrische stroomstoot die door de schedel geleid wordt, opgewekte shock, als behandeling van een psychische stoornis
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord elektroshock staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "elektroshock" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be