electoraal
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: electoraal (hulp, bestand)
- IPA: / ˌelɛktoˈral / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- elec·to·raal
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | electoraal | electoraler | electoraalst |
verbogen | electorale | electoralere | electoraalste |
partitief | electoraals | electoralers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
electoraal
- (politiek) betrekking hebbend op verkiezingen
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord electoraal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "electoraal" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be