Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • eer·ste paas·dag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eerste paasdag eerste paasdagen
verkleinwoord eerste paasdagje eerste paasdagjes

Zelfstandig naamwoord

de eerste paasdagm

  1. (religie) de dag waarop christenen vieren dat Jezus opgestaan is uit de dood, op de derde dag na zijn kruisiging.
    • De eerste paasdag is altijd een zondag. 
Hyperoniemen
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie