paaszaterdag
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- paas·za·ter·dag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | paaszaterdag | paaszaterdagen |
verkleinwoord | paaszaterdagje | paaszaterdagjes |
Zelfstandig naamwoord
de paaszaterdag m
Synoniemen
Verwante begrippen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord paaszaterdag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.