Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • eer·be·toon
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eerbetoon eerbetonen
verkleinwoord eerbetoontje eerbetoontjes

Zelfstandig naamwoord

het eerbetoono

  1. blijk van verering dat aan iemand wordt getoond
    • Er werden saluutschoten afgevuurd als eerbetoon aan de nieuwe koning. 
     In Horn is afscheid genomen van Tweede Wereldoorlog-veteraan Leo Hendrikx. Als eerbetoon aan de Engelandvaarder vloog tijdens het binnendragen van de kist een Spitfire boven het Limburgse dorp, meldt 1Limburg.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Afscheid van Engelandvaarder Leo Hendrikx (99) met overvliegende Spitfire” (8 april 2023), NOS
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be