eendvogel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- eend·vo·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eendvogel | eendvogels |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de eendvogel m
- (dierkunde) benaming voor watervogels uit de orde Anseriformes , met zwemvliezen tussen de drie voorste tenen
Hyponiemen
- zie de categorie: Eendvogels in het Nederlands
Uitdrukkingen en gezegden
- Elk schot is geen eendvogel
niet iedere poging of alles wat je doet is succesvol
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord eendvogel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.