Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ecla·tant
Woordherkomst en -opbouw
  • Van Frans éclatant [1]. In de betekenis van ‘opzienbarend’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [2]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen eclatant eclatanter eclatantst
verbogen eclatante eclatantere eclatantste
partitief eclatants eclatanters -

Bijvoeglijk naamwoord

eclatant [3]

  1. duidelijk in het oog springend, niet over het hoofd te zien
    • Feyenoord reageert op de nederlaag tegen Ajax met een eclatante 8-0 zege op Go Ahead Eagles. De titel komt steeds dichterbij. [4] 
    • De tweede editie van Transition, het aan 'jazz & beyond' gewijde festival dat zaterdag in een uitverkocht TivoliVredenburg plaatsvond, was een eclatant succes. [5]  
     En vanavond zou ze haar baljurk aantrekken om hand in hand met mij avonturen tegemoet te ruisen op pleinen, in stegen en langs zwarte grachten, en ravissant een eclatant verhaal toe te voegen aan de galmende historie die deze stad aan de lippen stond als wassend water.[6]
Synoniemen

Gangbaarheid

67 % van de Nederlanders;
70 % van de Vlamingen.[7]

Verwijzingen