Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • duur·ver·mo·gen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord duurvermogen duurvermogens
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het duurvermogeno

  1. (sport) de lichamelijke inspanning die een sporter langdurig kan verrichten
     "Totaal niet, maar dat komt ook door het koersverloop. Cavendish gaat als baanrenner naar de Olympische Spelen. Hij heeft vooral getraind als baanrenner en heeft dus geen duurvermogen, maar wel snelheid. En wat gebeurt er? Er wordt niet gekoerst...!"[1]
     In Flagstaff wordt niet alleen aan het duurvermogen gewerkt, er wordt eveneens veel aandacht besteed aan haar coördinatievermogen. Op dat gebied is volgens Hoedt ook nog veel winst te behalen.[2]
     Met name op de korte afstanden zal Bergsma zich moeten verbeteren, als hij bij het allrounden om de prijzen wil meedoen. "We moeten hem sneller maken op de eerste meters", meent trainer Jillert Anema. "We zullen meer aan de 500 meter gaan doen, zonder dat het ten koste gaat van zijn duurvermogen."[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Etappe 4: hopen op een renner die 'het lachertje' wil zijn” (Dinsdag 5 juli 2016, 06:42), NOS
  2.   Weblink bron “Sifan Hassan heeft geleerd de juiste keuzes te maken” (Zondag 1 mei 2016, 17:26), NOS
  3.   Weblink bron “Bergsma gaat opnieuw allrounden” (Woensdag 23 september 2015, 14:06), NOS