Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: drát


Engels

Uitspraak
  • /dɹæt/
vervoeging
onbepaalde wijs to  drat 
he/she/it  drats 
verleden tijd  dratted 
voltooid
deelwoord
 dratted 
onvoltooid
deelwoord
 dratting 
gebiedende wijs  drat 

Werkwoord

drat

  1. vervloeken
    «Drat you and your nagging!»
    Vervloek jou en je gezeur!

Tussenwerpsel

drat!

  1. (pejoratief) vervoekt! verdorie! verdomme!
    «Oh drat! I forgot my password!»
    O, verdorie! Ik ben mijn paswoord vergeten!