Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dra·co·nisch
Woordherkomst en -opbouw
  • eponiem: afgeleid van de naam van de oudst bekende wetgever van Athene, Draco; Grieks Δράκων, Drakon   met het achtervoegsel -isch; in de betekenis van ‘zeer streng’ voor het eerst aangetroffen in 1869 [1]
    Rond 624 v.Chr. zou hij, door de adel met buitengewone volmachten bekleed, met grote strengheid het Atheense strafrecht gecodificeerd hebben.
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen draconisch draconischer
verbogen draconische draconischere
partitief draconisch draconischers -

Bijvoeglijk naamwoord

draconisch

  1. nietsontziend streng
    • De situatie in het land werd met draconische maatregelen onder de knie gebracht. 

Gangbaarheid

86 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen