dorpsbestuur
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dorps·be·stuur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dorpsbestuur | dorpsbesturen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het dorpsbestuur o
- (politiek) groep mensen die leiding geeft aan de overheid van een kleine stad
- ▸ Het vissersdorp Wukan in Zuid-China houdt vandaag min of meer vrije verkiezingen. De dorpsbewoners, die zich eerder fel verzetten tegen gedwongen landonteigening en corruptie, mogen een eigen dorpsbestuur kiezen.[2]
- ▸ In een afgelegen dorpje in Canada hebben op één dag elf mensen geprobeerd zich van het leven te beroven. Het dorpsbestuur van Attawapiskat in het noordoosten van Ontario heeft de noodtoestand uitgeroepen.[3]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord dorpsbestuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Wukan houdt soort vrije verkiezing” (03-03-2012), NOS
- ↑ Weblink bron “Noodtoestand in Canadees dorp na elf zelfmoordpogingen op een dag” (11-04-2016), NOS