Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • door·won·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
doorwonden
doorwondde
doorwond
zwak -d volledig

Werkwoord

[A] doorwonden

  1. overgankelijk doorsteken en zo letsel veroorzakend
     Doch opeens had de zachte, beminnelijke stem van den professor enkele woorden gesproken, die haar wonderlijk ontstellen deden, om daarna, ten volle verstáán, haar hart te doorwonden met nog verfijnder vlijming.[2]

Werkwoord

vervoeging van: doorwinden…
verbogen vorm: doorwondene

[B] doorwonden

  1. voltooid deelwoord van doorwinden
      Zij droeg een driedubbel parelsnoer rond den vollen hals, en het zware, blondgeverfde haar was van parelen doorwonden.[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Margo Scharten-Antink & Carel Scharten
    “Typen en curiositeiten uit Italië. : Clorinda”, 2e druk (1919), Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur, Amsterdam, p. 131 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren  
  3.   Weblink bron
    Margo Scharten-Antink & Carel Scharten
    De groote Zorzi. Fragmenten in: Elseviers Geïllustreerd Maandschrift., 95 jrg. 48 nr. 1 (januari 1938), Elsevier, Amsterdam, p. 270