Slowaaks

Uitspraak
  • IPA: /dɔmɔrɔdiː/

Bijvoeglijk naamwoord

domorodý

  1. autochtoon, oorspronkelijk, inheems
Synoniemen


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /dɔmɔrɔdiː/


Woordafbreking
  • do·mo·ro·dý
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het zelfstandig naamwoord domorodec met het achtervoegsel

Bijvoeglijk naamwoord

domorodý

  1. autochtoon, oorspronkelijk, inheems
Verbuiging


Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen


Verwijzingen