Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
dome domes

Zelfstandig naamwoord

dome

  1. (bouwkunde) koepel


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
domar

dome

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van domar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van domar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van domar


Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • do·me

Zelfstandig naamwoord

dome

  1. vocatief enkelvoud van dům