dodelijk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- do·de·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | dodelijk | dodelijker | dodelijkst |
verbogen | dodelijke | dodelijkere | dodelijkste |
partitief | dodelijks | dodelijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
dodelijk
- de dood veroorzakend
- Een dodelijk verkeersongeval, dodelijke gassen.
- ▸ De afgelopen tien jaar hebben zwarte beren in heel Amerika slechts tien dodelijke ongevallen veroorzaakt, waarvan acht in Alaska.[1]
- heel afmattend, bijzonder lastig:
- De Koppenberg bleek alweer dodelijk in de Ronde van Vlaanderen.
- heel ongunstig, rampzalig, nefast:
- Al die regeltjes zijn dodelijk voor het ondernemerschap.
Vertalingen
1. de dood veroorzakend
Gangbaarheid
- Het woord dodelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dodelijk" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be