Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dis·tinc·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord distinctie distincties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de distinctiev [2]

  1. onderscheiding
  2. beschaafdheid, standing
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

91 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen