Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dis·cus·sie·lei·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord discussieleider discussieleiders
verkleinwoord discussieleidertje discussieleidertjes

Zelfstandig naamwoord

de discussieleiderm

  1. iemand die een discussie in goede banen probeert te leiden
    • Tijdens het verkiezingsdebat moest de discussieleider ervoor zorgen dat alle kandidaten evenveel spreektijd krijgen. 
    • De discussieleider vatte de standpunten van de deelnemers kort en krachtig samen. 
Synoniemen
  1. gespreksleider

Gangbaarheid